Verhoging btw-tarief culturele sector: au!
Het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe regeringscoalitie bevat onder andere de afschaffing van het verlaagde BTW-tarief voor culturele goederen en diensten. Het tarief wordt met ingang van 2026 verhoogd van 9% naar 21%. Wat voor gevolgen heeft deze verhoging?
Nogal wat sectoren worden geraakt: denk aan onder andere cultuur, evenementen en horeca. De maatregel geldt zowel voor gesubsidieerde organisaties als voor commerciële organisaties. De afschaffing van het verlaagde btw-tarief heeft grote consequenties voor de culturele sector, omdat culturele organisaties niet worden gecompenseerd voor de omzetverliezen als gevolg van de afschaffing van het verlaagde btw-tarief.
Wat zijn de gevolgen?
Kunsten ‘92 is een Nederlandse vereniging die opkomt voor de belangen van de culturele sector. Zij heeft een analyse opgesteld van de gevolgen van het afschaffen van het verlaagde btw-tarief – die zijn niet mis!
Als deze organisaties ervoor kiezen om het hogere btw-tarief níet aan hun klanten door te berekenen, dan blijven de bezoekcijfers weliswaar op peil, maar daalt hun netto omzet met 10%.
Gezien de zwakke financiële positie van veel culturele organisaties is het echter onwaarschijnlijk dat zij zullen kiezen voor het niet doorberekenen van het hogere btw-tarief in hun prijzen. Dit komt doordat zij geen financiële compensatie ontvangen voor de verwachte omzetverliezen als gevolg van de btw-verhoging.
In het (meest waarschijnlijke) geval dat culturele organisaties de btw-verhoging wél doorberekenen, stijgen de prijzen met 11%. De hogere prijzen gaan echter ten koste van het aantal bezoeken, en daarmee eveneens ten koste van de inkomsten.
De harde cijfers
Als we er van uitgaan dat culturele organisaties de hogere BTW volledig doorberekenen in hun prijzen, ontstaat het volgende beeld.
- De daling van het aantal bezoekers is het grootste bij festivals: 1,5 miljoen (5,5%). Dit komt vooral omdat festivals de meeste bezoekers ontvangen.
- Musea zullen rekening moeten houden met een afname van 800.000 bezoeken (3,3%).
- In geld uitgedrukt betekent dit voor de festivals € 62,5 miljoen minder inkomsten.
- De musea zien hun inkomsten afnemen met € 9,5 miljoen.
Maar niet alleen de culturele organisaties merken de gevolgen in hun portemonnee. Een festivalbezoek wordt fors duurder, vooral voor mensen met een kleine beurs en voor jongeren. Ook de bestaanszekerheid van 400.000 werknemers in de culturele sector komt op de tocht.
En andere Europese landen?
Ten opzichte van de ons omringende landen maakt Nederland met ingang van 2026 een slechte beurt. België hanteert een tarief van 6%, Duitsland 7% en Frankrijk 5,5%. Het beste ben je in Engeland uit: daar wordt de culturele sector in het geheel niet belast!
Deze cijfers laten ondubbelzinnig zien dat de btw-verhoging de concurrentiepositie van Nederland ten opzichte van buurlanden verzwakt. Podia en festivals verliezen hun aanbod aan omliggende landen, met alle financiële gevolgen van dien.